de makaak zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ma'kak ] Afbreekpatroon: ma·kaak Verbuigingen: makaken (meerv.) aap die genetisch sterk verwant is aan de mens Voorbeeld: 'De meeste soorten makaken leven in Azië.' 
1) Meerkatachtige 2) Langstaartaap 3) Meerkat 4) Uilaap 5) Zoogdier 6) Berberaap 7) Hondsaap 8) Magot 9) Aap 10) Snuitaap 11) Huzaaraap 12) Kleine primaat 13) Halfaap 
aap die vooral voorkomt in Azië en die veel gebruikt wordt voor medisch onderzoek omdat zijn genen sterk op die van de mens lijken Er zijn verschillende soorten makaken met uiteenlopende kenmerken. Een bekende soort, de berberaap, leeft in Noord-Afrika. iemand uit Noord-Afrika
•een aap behorende tot een geslacht ("Macaca") van apen van de Oude Wereld die leven in Azië van India en Tibet oostwaarts tot Japan, Java, de Filipijnen en Celebes en één soort in Noordwest-Afrika (de berberaap, "Macaca sylvanus").
apengeslacht, behorend tot de meerkatachtigen - Woordfeit: Makaak gaat terug op het Portugese woord macaco. Dat woord is uit een Bantoetaal uit Midden-Afrika overgenomen, waar makaku de meervoudsvorm is van kaku, de benaming voor een Afrikaanse aap. Kaku is waarschijnlijk een klanknabootsing van de kreet van de aa...
hondsaap
hondsaap
hondsaap (toon de herkomst via de etymologiebank)