
de Marokkaan zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ marɔ'kan ] Afbreekpatroon: Ma·rok·kaan Verbuigingen: Marokkanen (meerv.) de Marokkaan - se zelfst.naamw. Uitspraak: [ marɔ'kan - sə ] Afbreekpatroon: Ma·rok·kaan Verbuigingen: Marokkaansen (meerv.)
iemand met de Marokkaanse nationaliteit Gevonden op
https://woorden.org/woord/Marokkaan

1) Inwoner van Noord-Afrika 2) Inwoner van het noordwesten van Afrika 3) Sinaasappel 4) Inwoner van Marokko 5) Inwoner van het noorden van Afrika 6) Inwoner van Afrika
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Marokkaan/1

•een persoon met de Marokkaanse nationaliteit.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/Marokkaan
Geen exacte overeenkomst gevonden.