meehelpen werkw. Uitspraak: [ 'mehɛlpə(n) ] Afbreekpatroon: mee·hel·pen Vervoegingen: hielp mee (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft meegeholpen (volt.deelw.) meedoen met anderen die bezig zijn met iets dat moet gebeuren Voorbeelden: 'Van jongs af moesten de kinderen een handje meehelpen in de huishouding.' , 'Door lid te worden help... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/meehelpen