
meeroken werkw. Afbreekpatroon: mee·ro·ken Verbuigingen: rookte mee Vervoegingen: meegerookt (volt.deelw.)
ademhalen in een ruimte waar gerookt wordt zodat de niet-roker ook tabaksrook binnen krijgt. Voorbeelden: 'Doordat er steeds meer rookvrije gebouwen zijn hoef je nu niet meer mee te roken.' , '(...) en vlucht met zijn dochters weg on...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/meeroken
1) inademen van rook die door een (in de nabijheid verkerende) roker of door rokers verspreid wordt; passief roken
2) samen met een ander of anderen roken; meedoen met roken
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/meeroken
Geen exacte overeenkomst gevonden.