Oorspronkelijk lied waarin de vreugde om het herleven van de natuur en de wederopbloei van de liefde na de winterperiode bezongen wordt, bijv. - Den lustelijcken Mey is nu in den tijt met sinen groenen bladen In't lievelijc aenscouwen, ghi die Venus dienaers zijt, men mach u niet versaden. Want bi des Meys virtuyt so menich cleyn voghelken ruyt... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_01367.php