ministerie zelfst.naamw. (neutral) Uitspraak: [ minɪs'teri ] Afbreekpatroon: mi·nis·te·rie Verbuigingen: ministeries (meerv.) kantoor van een minister Voorbeeld: 'ministerie van onderwijs' Synoniem: departement ministerie van financiën (afdeling van de regering die zich met het geld bezighoudt) Synoniemen: departement kabinet 
1) Regeringslichaam 2) Regering 3) Regeringsbureau 4) Bijstand 5) Hulpbetoon 6) Regeringsorgaan 7) Staatsbeheer 8) Openbare instelling 9) Bediening 10) Bestuur van een land 11) Bestuursapparaat 12) Departement 13) Ambt 14) Kabinet 
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Het -) vereniging der predikanten van Amsterdam, die een afzonderlijken kring vormen. Aldus naar den Latijnsen titel der predikanten Verbi Divini Minister, d.i. Bedienaar des Goddelijken Woords. Ook te Haarlem heet die vereniging aldus; en zegt men: ‘Ik ga naar ...
departement van bestuur
De voorbereiding van beleid, wetten en regelingen vindt plaats op een ministerie. Ook het uitvoeren en controleren hiervan wordt vaak door ministeries uitgevoerd. De politieke leiding van een ministerie is in handen van de minister. De hoogste ambtenaar op het ministerie is de secretaris-generaal. Deze topambtenaar heeft de dagelijkse leiding.
Begrippenlijst: Staatsinrichting Nederland - Departement waar ambtenaren werken en het beleidsterrein waar een minister de verantwoordelijkheid over draagt.
departement van bestuur (toon de herkomst via de etymologiebank)
staatsrecht: ambtelijk apparraat onder een minister. ...
afdeling van de regering waar één minister de baas is vb: hij werkt op het Ministerie van Landbouw
•een afdeling van een overheid waar het beleid van de regering wordt uitgevoerd.
Organisatie van de rijksoverheid waar het beleid van de regering wordt bedacht en uitgevoerd.
departement van bestuur
[Let op: mogelijk oud Nederlands van 1400-1800] bediening, dienst
Gebouwen waar zich de bureaus van een minister bevinden