
de natuurbeheerder zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: na·tuur·be·heer·der Verbuigingen: natuurbeheerders (meerv.) Verbuigingen: natuurbeheerdertje (verkleinwoord)
1) de beheerder van een bos, heidegebied of ander stuk natuur. Voorbeeld: 'De natuurbeheerder maakte de bezoekers bewust van de rijkdom van het leven dat er in de natu...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/natuurbeheerder
Geen exacte overeenkomst gevonden.