noordzijde zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: noord·zij·de Verbuigingen: noordzijden<br>noordzijdes (meerv.) Verbuigingen: noordzijdetje (verkleinwoord) de zijde die in het noorden ligt. Voorbeeld: 'Aan de noordzijde van het bos bevindt zich een parkeerplaats.' . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/noordzijde