
de oefenaar zelfst.naamw. (m.) 1) iemand die een ander een bepaalde vaardigheid aanleert 2) was iemand die mocht preken in een godsdienstoefening van een protestantse gemeente en ook zelf zijn preken mocht maken, dit in tegenstelling tot de preeklezer in de leesdienst, die alleen preken van anderen mag voorlezen.
Gevonden op
https://woorden.org/woord/oefenaar

1) Trainer 2) Oefenmeester 3) Lekenpreker 4) Leermeester 5) Lid van een kerkelijke gemeente
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Oefenaar/1

Lid van de (kerkelijke) gemeente dat op verzoek van een plaatselijke kerk van de classis de bevoegdheid krijgt om te `oefenen`, dat is een stichtelijk woord te spreken `ter onderrichting, vertroosting en vermaning`.
Die bijeenkomsten moesten buiten de gewone kerkdiensten worden gehouden. In de 19e eeuw waren het vaak catechiseermeesters en ande...
Gevonden op
https://geheugenvandrenthe.nl/#encyclopedie-drenthe

Een 'oefenaar' was iemand die mocht preken in een godsdienstoefening van een protestantse gemeente en ook zelf zijn preken mocht maken, dit in tegenstelling tot de preeklezer in de leesdienst, die alleen preken van anderen mag voorlezen. Oefenaars kwamen met name voor in de 18e, de 19e eeuw en de eerste helft van de 20e eeuw.
Gevonden op
https://nl.wikipedia.org/wiki/Oefenaar
Geen exacte overeenkomst gevonden.