omschakelen werkw. Uitspraak: [ ˈɔmsxakələ(n) ] Afbreekpatroon: om·scha·ke·len Vervoegingen: schakelde om (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is omgeschakeld (volt.deelw.) wennen aan een nieuwe situatie Voorbeeld: 'Het was even omschakelen, maar nu zijn we eraan gewend.' Synoniemen: overschakelen switchen terugschakelen 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/omschakelen