reserveren werkw. Uitspraak: [ rezɛrˈverə(n) ] Afbreekpatroon: re·ser·ve·ren Vervoegingen: reserveerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gereserveerd (volt.deelw.) 1) bewaren voor later gebruik Voorbeeld: 'Er is geld gereserveerd voor de aanleg van een parkeerplaats.' 2) afspreken dat iets voor jou wordt bew...
1) Laten vrijhouden 2) Vasthouden 3) Vastleggen 4) Bedingen 5) Wegleggen 6) Behouden 7) Bespreken 8) Bewaren 9) Achterhouden 10) Terughouden 11) Opzij leggen 12) Opzijleggen 13) In voorraad houden 14) Voorbehouden 15) Plaats bespreken 
bewaren
financi?le zaken: Geld opzij leggen voor te verwachten uitgaven in de toekomst. (Sch?ndorff c.s.) ...
Het ten behoeve van bepaalde activiteiten opzij leggen, bewaren of bespreken van, respectievelijk het beslag leggen op: - een bepaalde hoeveelheid goederen; - een bepaalde hoeveelheid capaciteit van een middel voor bepaalde toekomstige perioden met het doel ervan verzekerd te zijn dat de desbetreffende goederen, resp. capaciteit aanwezig zijn, resp...
bestemmen, apart doen houden (toon de herkomst via de etymologiebank)
•vrijhouden. •bewaren voor later gebruik. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
Het in de onderneming houden van de nettowinst, het niet uitkeren van de nettowinst.
bewaren
Reserveren is op afspraak. [basiswoordenlijst groep 7]
[Let op: mogelijk oud Nederlands van 1400-1800] behouden, voorhouden, van te voren bespreken