omverlopen werkw. Afbreekpatroon: om·ver·lo·pen Verbuigingen: liep omver Vervoegingen: omvergelopen (volt.deelw.) 1) enz. 2) tegen iets of iemand aanlopen zodat deze valt Voorbeeld: 'De kleine jongen werd omvergelopen door iemand die om de hoek kwam.' 3) tweede betekenisomschrijving Voorbeeld: 'Zin... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/omverlopen