
ruwheid, oneffenheid, hobbeligheid - Voorbeeld: ‘
Hij stapte altijd op de oneffene, onbegane wegen die ruw en knoestig doorkorven en bestampt met wagenslagen en hoefputten in de laatste regen, nu vastgevroren lagen in al hunne ongeschoftheid’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0018.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.