ontruimen werkw. Uitspraak: [ ɔntˈrœymə(n) ] Afbreekpatroon: ont·rui·men Vervoegingen: ontruimde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ontruimd (volt.deelw.) (een gebouw) helemaal leeg maken, of zorgen dat alle mensen eruit gaan Voorbeeld: 'het station ontruimen vanwege een bommelding' Synoniemen: evacueren leegruimen Gevonden op https://woorden.org/woord/ontruimen
Het verplicht leeg laten maken van een gebied of gebouw. De Duitsers ontruimden soms grote gebieden of gebouwen zodat zij deze zelf konden gebruiken. Gevonden op https://oorlogsschriften.nl/