ontwapenen werkw. Uitspraak: [ ɔntˈwapənə(n) ] Afbreekpatroon: ont·wa·pe·nen Vervoegingen: ontwapende (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ontwapend (volt.deelw.) (iemand of een land) dwingen wapens af te staan Voorbeeld: 'Bij de politie leer je hoe je een overvaller moet ontwapenen.' Synoniemen: ontwapening wapens verminderen 1 d... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ontwapenen