opruimen werkw. Uitspraak: [ ˈɔprœymə(n) ] Afbreekpatroon: op·rui·men Vervoegingen: ruimde op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opgeruimd (volt.deelw.) 1) dingen neerleggen op de plek waar ze horen en daardoor orde scheppen Voorbeeld: 'je kamer opruimen' 2) oude voorraad goedkoper verkopen Synoniem: uitv... Gevonden op https://woorden.org/woord/opruimen
het ergens zetten of leggen waar het niet in de weg ligt vb: heb jij mijn papieren opgeruimd? opgeruimd staat netjes [uitdrukking voor als je klaar bent met opruimen of als je blij bent dat iemand weg is] Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/