
de opsnijder zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: op·snij·der Verbuigingen: opsnijders (meerv.)
opschepper, snoever, pocher, bluffer . Synoniemen: blaaskaak pocher 3 definities
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/opsnijder

1) Blaaskaak 2) Bluffer 3) Branie 4) Dikdoener 5) Druktemaker 6) Fanfaron 7) Geurmaker 8) Grootspreker 9) Jan Kalebas 10) Kakelaar 11) Keffer 12) Kruif 13) Lefschopper 14) Levenmaker 15) Ophakker 16) Opschepper 17) Pocher 18) Praalhans 19) Pral 20) Praler 21) Roemer 22) Snoever 23) Verwaand persoon
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Opsnijder/1
Uit `De lagere vaktalen: Diamantbewerking` 1914 stok, die den te bewerken steen bevat.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10742
Uit `De lagere vaktalen: Taal van kuipers, klompenmakers en kurkensnijders` 1914 ziet opdraaier.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10742
Geen exacte overeenkomst gevonden.