
opweek zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: op·week Verbuigingen: opweken (meerv.) Verbuigingen: opweekje (verkleinwoord)
de week waarin iemand dienst heeft. Voorbeeld: 'In de opweek presenteerde zij het journaal.' . ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/opweek
Geen exacte overeenkomst gevonden.