Spreekwoorden: (1914) Overdu(i)velen, d.w.z. iemand bedremmeld maken; eig. iemand door te duivelen, d.i. bij den duivel te vloeken1), met vloeken te overstelpen (vgl. Claes, 50), van zijn stuk brengen; 16<sup>de<-sup> eeuw: iemand verbulderen (Kil.). In de 17<sup>de<-sup> eeuw zeide men hiervoor ie... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778