de overgrootouder zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: over·groot·ou·der Verbuigingen: overgrootouders (meerv.) Verbuigingen: overgrootoudertje (verkleinwoord) een ouder van een grootouder . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/overgrootouder