pasgeboren bijv.naamw. Uitspraak: [ pɑsxə'borə(n) ] Afbreekpatroon: pas·ge·bo·ren kort geleden geboren Voorbeeld: 'Het geluid van een pasgeboren baby is de mooiste beloning na een bevalling.' Synoniemen: jong Spreekwoorden en zegswijzen • zo onschuldig als een pasgeboren kind (=zeer onschuldig) Naar de sp... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/pasgeboren