de passagierstrein zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ pɑsa'ʒirstrɛin ] Afbreekpatroon: pas·sa·giers·trein Verbuigingen: passagierstreinen (meerv.) trein die mensen vervoert en geen goederen Voorbeeld: 'De passagierstreinen zitten altijd vol.' Antoniem: goederentrein 
1) Spoorrijtuig 
trein die uitsluitend bestemd is voor het vervoer van passagiers; personentrein; reizigerstrein
Spoortreinen die bestaan uit passagiersrijtuigen die in de eerste plaats passagiers vervoeren, maar eventueel ook wagons hebben voor aanverwante artikelen zoals bagage, post of spoedberichten, zolang het maar geen vracht is