1) Baksel 2) Baksel met ragout 3) Brits gebak met vlees 4) Deeggerecht 5) Fijn gebak 6) Gebak 7) Gebak van deeg en vlees 8) Gebak van fijn deeg 9) Gebak van fijn deeg met vlees 10) Gebakje 11) Gebakje gevuld met vlees 12) Gehakt vlees in fijne korst 13) Gerecht 14) Gerecht van fijn vlees en deeg 15) Gevuld gebak 1) Rilette 2) Rillette 3) Vleesgebakje 
Let op: Spelling van 1858 deegspijs, gebak van vleesch, ragout van hoenderen, enz., in eene korst
gebak van deeg met vlees (toon de herkomst via de etymologiebank)
gerecht van fijngemaakt, gekruid en in de oven gebakken vlees of van fijngemaakte en gekruide vis, in een korst van bladerdeeg
Term uit de drukkerswereld voor zetsel dat in wanorde is geraakt In pastei gevallen zetsel betekent een flinke schadepost omdat het lettermateriaal eigenlijk alleen nog geschikt is voor de smeltpot. Het kan niet opnieuw gedistribueerd worden over de letterkasten, want dat gebeurt immers op basis van het lezen van het zetsel en niet door ieder lette...
Etym: Ned. pastei = deeg met vlees < Fr. päté (vgl. It. pasta = brij). - Term uit de drukkerswereld voor zetsel dat in wanorde is geraakt. In pastei gevallen zetsel betekent een flinke schadepost omdat het lettermateriaal eigenlijk alleen nog geschikt is voor de smeltpot. Het kan niet opnieuw gedistribueerd worden over de letterkasten, wan...
deeg met vlees
Zetsel dat in elkaar (of uit elkaar) is gevallen. Als het de grond bereikt, wordt het ook wel vloerpastei genoemd; meestal komt er daarbij heel wat hel vrij (Pastei zetten is het zetten van onzin. Alles wat een letterzetter onzinnig of verward voorkomt noemt hij pastei). (zie ook: opzetten)
Korst van feuilleteedeeg of piedeeg gevuld met een ragoût