de pels zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ pɛls ] Verbuigingen: pelzen (meerv.) dichtbehaarde huid van een dier Voorbeeld: 'Nertsen worden gefokt om hun pels.' Synoniem: vacht Synoniemen: bont bontjas halsbontje lamsvacht vacht Spreekwoorden en zegswijzen • iemand een luis in de pels zetten (=iemand last bezorgen... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/pels
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Pels``] De P. is een kleedingstuk van de huzaren, die dolmans dragen. In den oorsprong was het eene gewone schapenvacht, die als mantel diende, later werd de P. los om den hals geslagen en werd het een nutteloos sieraad. De P. hebben niet altijd dezelfde kleur als de dolmans. Indien regimenten huzaren n... Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/land016mili01_01/land016mili01_01_0017.htm
1) dichtbehaarde huid van dieren, vooral van roofdieren en knaagdieren, die het dier beschermt tegen kou en soms ook tegen warmte; harige vacht van dieren; dichtbehaarde dierenhuid 2) bewerkte dichtbehaarde dierenhuid, gebruikt in bijvoorbeeld kledingstukken 3) kledingstuk, meestal een jas of een sjaal die met bont van een pel... Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/pels
Een huid of vel waarvan het haar niet is verwijderd. Categorie: Materialen > bewerkt dierlijk materiaal. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10491