pleuren werkw. Afbreekpatroon: 'pleu - ren Vervoegingen: pleurde (verl.tijd ) Vervoegingen: heeft gepleurd (volt.deelw.) smijten; mieteren; gooien (oorspr. Amsterdams) Taal Voorbeeld: 'Ze wil haar vriend uit huis pleuren.' Synoniem: donderen 
1) Leggen 2) Smijten 3) Zetten 
met kracht gooien; smijten Steeds met een voorzetselbepaling. iemand buiten de deur zetten; iemand (met geweld, met kracht) een vertrek, huis e.d. doen verlaten met kracht plaatsen, stoppen (in iets) Met een voorzetselbepaling ingeleid door in . keihard vallen Steeds met een voorzetselbepaling. keihard regenen; stortregenen Alleen in de verbinding ...
smijten
Amsterdams woord voor ergens mee gooien
(Amsterdams) smijten, gooien
smijten (toon de herkomst via de etymologiebank)