[Let op: Spelling en uitleg uit 1890](De -) koning David, aan wien 73 psalmen worden toegeschreven; twaalf psalmen dragen den naam van Asaph als dichter, elf den naam van de kinderen van Korah, een gezelschap van zangers; één psalm is toegeschreven aan Mozes. Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0020.php