Zie ook:
push

pushen werkw. Uitspraak: [ 'puʃə(n) ] Afbreekpatroon: pu·shen Vervoegingen: pushte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gepusht (volt.deelw.)
1) iemand flink aansporen om iets te doen Voorbeeld: 'Ik wil best maar niet als jullie me zo pushen.'
2) bij hockey de bal duwend met de stick naar voren stoten sp...
Gevonden op https://woorden.org/woord/pushen
1) Pluggen 2) Promoten 3) Aansporen 4) Dealen 5) Aanbevelen
Gevonden op https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Pushen/1
(Eng: to push) Het toevoegen van een element of de inhoud van één of meerdere registers aan een wachtrij of een stapelgeheugen.
Gevonden op https://www.angelfire.com/ca/vlietstra/CADCAM.pdf
Geen exacte overeenkomst gevonden.