reëel bijv.naamw. Uitspraak: [ reˈjel ] Afbreekpatroon: re·eel werkelijk Voorbeeld: 'Het is niet reëel om te verwachten dat je met schoonmaakwerk een ton per jaar kunt verdienen.' Antoniem: irreëel Synoniem: bestaand Synoniemen: beslist bestaand echt effectief feitelijk geheid gewis heus metterdaad stellig vast voorzeker waar waarachti...
1) Haalbaar 1) Beslist 2) Bestaand 3) Bestaande 4) Concreet 5) Coulant 6) Echt 7) Effectief 8) Feitelijk 9) Geheid 10) Gewis 11) Heus 12) Metterdaad 13) Nuchter 14) Realistisch 15) Stellig 16) Vast 17) Voorzeker 18) Waar 19) Waarachtig 20) Waarlijk 21) Warempel 22) Welzeker 23) Werkelijk 24) Wezelijk 25) Wezenlijk 1) Beslist 2) Bestaand 3) Coulant 4) Daadwerkelijk 5) Echt 6) Echt 7) Effectief 8) Eigenlijk 9) Feitelijk 10) Geloofwaardig 11) Geheid 12) Geschikt 13) Gewis 14) Heus 15) In wezen 16) Intrinsieke waarde hebbend 17) Letterlijk 18) Metterdaad 19) Mythologische figuur 20) Niet denkbeeldig 21) Niet imaginair 
Let op: Spelling van 1858 zie Reaal
precies als in de werkelijkheid vb: het is een reëel gevaar dat hij verdrinkt Synoniemen: echt natuurlijk waar werkelijk heus waarlijk Tegenstelling: onjuist
werkelijk
werkelijk