glim·men glom, h geglommen glanzen, blinken
glimmen werkw. Uitspraak: [ ˈxlɪmə(n) ] Afbreekpatroon: glim·men Vervoegingen: glom (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geglommen (volt.deelw.) 1) erg glanzen Voorbeeld: 'Als je de auto goed in de was zet, glimt hij weer als een spiegel.' 2) (van je gezicht) er blij uit zien Voorbeeld: 'glimmen van trots' Sy...
1) Flauw gloeien 2) Flonkeren 3) Fonkelen 4) Flauw blinken 5) Zacht stralen 6) Zacht glanzen 7) Blinken 8) Plaats in Nederland 9) Glanzen 10) Plaats in Groningen 11) Glinsteren 12) Gloren 13) Stralen 14) Schitteren 15) Plaats in de Benelux 16) Glunderen 
gloeien, blinken
Glimmen is een dorp met ongeveer 1300 inwoners in de gemeente Groningen. Het ligt op de Hondsrug tussen de spoorlijn en de A28.
zacht licht weerkaatsen vb: de gepoetste vloer glom helemaal
•sterk licht weerkaatsen. •in het donker licht uitzenden. •zichtbaar gestreeld zijn door iets. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
gloeien, blinken