relatief bijv.naamw. Uitspraak: [ relaˈtif ] Afbreekpatroon: re·la·tief beoordeeld ten opzichte van iets anders Voorbeeld: 'Oud' is een relatief begrip.' Synoniem: betrekkelijk Synoniemen: beperkt betrekkelijk naar verhouding absoluut (antoniem) 
1) In verhouding stellen 2) Vergelijkenderwijs 3) Ten opzichte van 4) Onzeker 5) Aardig 6) Verhoudingsgewijs 7) Niet volstrekt 8) Naar verhouding 9) Betrekkelijk 10) Beperkt 11) Betrekkelijk voornaamwoord 
in verband met, betrekking hebbend op
Een betekenisverschil aanduidend; ook distinctief genoemd. 
betrekkelijk
betrekkelijk (toon de herkomst via de etymologiebank)
Moet worden bezien in relatie tot iets anders.
afhankelijk van andere dingen vb: het belang van een goede busverbinding is relatief (als je geen auto hebt is het belang groot, anders niet)
•betrekkelijk
in verband met, betrekking hebbend op; betrekkelijk