retourneren werkw. Uitspraak: [ rəturˈnerə(n) ] Afbreekpatroon: re·tour·ne·ren Vervoegingen: retourneerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geretourneerd (volt.deelw.) terugsturen Voorbeeld: 'Retourneer het volledig ingevulde formulier binnen twee weken.' Synoniemen: heruitzenden omkeren terugbezorgen terugbrengen teruggeven ter...
1) Heruitzenden 2) Insturen 3) Omkeren 4) Terugbezorgen 5) Terugbrengen 6) Teruggeven 7) Terugkeren 8) Terugkomen 9) Terugsturen 10) Terugwijzen 11) Terugzenden 1) Heruitzenden 2) Omkeren 3) Terugbezorgen 4) Terugbrengen 5) Teruggeven 6) Terugkeren 7) Terugkomen 8) Terugspelen 9) Terugsturen 10) Terugwijzen 11) Terugzenden 
sturen naar waar het vandaan komt vb: de notaris heeft de akte aan ons geretourneerd Synoniemen: terugzenden terugsturen
Goederen terugsturen naar de leverancier omdat ze niet in overeenstemming zijn met de gemaakte afspraken.