ronddelen werkw. Afbreekpatroon: rond·de·len Verbuigingen: deelde rond Vervoegingen: rondgedeeld (volt.deelw.) rondgaande aan ieder een deel geven Voorbeeld: 'Deel jij dat even rond?' . Synoniemen: bedelen distribueren rondgeven rondreiken uitdelen uitreiken verdeel verdelen 3 definities...
1) Bedelen 2) Bezorgen 3) Distribueren 4) Rondgeven 5) Rondreiken 6) Trakteren 7) Uitdelen 8) Uitgeven 9) Uitreiken 10) Verdelen 1) Distribueren 2) Rondgeven 3) Rondreiken 4) Trakteren 5) Uitdelen 6) Uitreiken 7) Verdeel 8) Verdelen 
iedereen er wat van geven vb: wil jij deze snoepjes even ronddelen? Synoniemen: distribueren uitdelen
•"(overgankelijk)" rondgaande aan ieder een deel geven.