de scheepslading zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ 'sxepsladɪŋ ] Afbreekpatroon: scheeps·la·ding Verbuigingen: scheepsladingen (meerv.) geheel van goederen aan boord van een schip scheepvaart Voorbeeld: 'scheepsladingen van graan, bier, wijn etc.' scheepsladingen (grote hoeveelheden) 'Gastarbeiders werden met scheepsladingen ...
1) Vracht 2) Cargo 3) Carga 4) Vracht in een schip 5) Scheepsvracht 6) Grote hoeveelheid 
•de goederen die in het ruim van een vrachtschip vervoerd worden.
Scheepsladingen omvatten alle goederen en materialen die door schepen worden vervoerd. Historische scheepsladingen, vaak ontdekt bij scheepswrakken, bieden inzicht in handelsnetwerken en economische activiteiten van het verleden.
1> onbepaalde hoeveelheid; net zoveel als er in het schip gaat. Ook scheepsvracht of scheepslast genoemd. 2> datgene wat het schip geladen heeft: de lading . 3> het laden van het schip: Het schip ligt in lading .