passend, behoorlijk, degelijk - Voorbeeld: ‘Hij greep zijn hoed en hield hem uitgestoken voor de makkers. Van alle kanten vielen er vijffrankstukken in, en seffens was er genoeg om de bestolenen schikkig in te staan’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0021.php