de schoenzool zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'sxunzol ] Afbreekpatroon: schoen·zool Verbuigingen: schoenzolen (meerv.) onderkant van een schoen Voorbeeld: 'Er plakt een kauwgom aan mijn schoenzool.' ... Gevonden op https://woorden.org/woord/schoenzool