
tripzool zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: trip·zool Verbuigingen: tripzolen (meerv.) Verbuigingen: tripzooltje (verkleinwoord)
verdubbeling van het vlakke deel van een schoenzool . Herkomst volgens etymologiebank.nl tripzool (spiegelzool) ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/tripzool

spiegelzool (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/tripzool
Geen exacte overeenkomst gevonden.