de schooier zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: schooi·er Verbuigingen: schooiers Verbuigingen: schooiertje 1) een landloper Voorbeeld: 'Daar liepen een paar schooiers.' 2) een deugniet Voorbeeld: 'Wat een schooiertje ben je toch!' 3) een bedelaar Voorbeeld: 'Er zat een aantal schooiers in die steeg.... Gevonden op https://woorden.org/woord/schooier
iemand die slechte dingen doet vb: pas maar op voor hem, het is een echte schooier Synoniemen: boef crimineel schurk misdadiger schobbejak bandiet schoft ellendeling iemand die er armoedig uitziet vb: doe eens een knap jasje aan, je ziet eruit als een schooier Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/