
de schooldag zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: school·dag Verbuigingen: schooldagen (meerv.) Verbuigingen: schooldagje (verkleinwoord)
een dag in de week waarop men naar school gaat Voorbeeld: 'In een week zijn meestal maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag en soms ook zaterdag een schooldag.' . Deze woorden beginnen met schooldag...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/schooldag
1) dag waarop les wordt gegeven op school
2) deel van een etmaal waarin men les krijgt op school
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/schooldag
Geen exacte overeenkomst gevonden.