schragen werkw. Uitspraak: [ 'sxraxə(n) ] Afbreekpatroon: schra·gen Vervoegingen: schraagde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geschraagd (volt.deelw.) 1) zorgen dat iets of iemand niet uit zijn evenwicht raakt Voorbeeld: 'houten dwarsbalken die een gebouw schragen' Synoniem: ondersteunen (1) 2) steun geven aan Gevonden op https://www.woorden.org/woord/schragen