de schoffel zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈsxɔfəl ] Afbreekpatroon: schof·fel Verbuigingen: schoffels (meerv.) stuk tuingereedschap voor het wieden van onkruid 6 definities
1) Gereedschap 2) Hak 3) Handgereedschap 4) Landbouwgereedschap 5) Luierman 6) Schoefel 7) Schrepel 8) Tuingereedschap 9) Wiedhaak 1) Luierman 2) Schrepel 
Een schoffel is een gereedschap om de grond los te maken en om klein onkruid tussen beplanting te wieden. De gewone schoffel wordt duwend voortbewogen, waarbij een dun bovenlaagje van ...
tuingereedschap (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gereedschap om onkruid een klein stukje onder de grond af te steken. Men kan hiermee vooruit of achteruit werken.
tuingereedschap
het haastig, gejaagd te werk gaan, haast, vlugge beweging - Voorbeeld: ‘Land in 't zicht! werd er geroepen van een die op de uitzichtpost zat. De koetsen kwamen aan. Er zou dan toch getrouwd worden! Alles in een schoffel nu en gejaagd om op tijd te komen’ (Ingoyghem I 38)
tuingereedschap
Een schoffelmachine is een machine die gebruikt wordt door een akkerbouwer, groenteteler of boomteler om zijn gewassen op een mechanische manier onkruidvrij te houden.
Landbouwwerktuig met een dun, plat blad dat gewoonlijk dwars aan het uiteinde van een lange steel is bevestigd. Wordt gebruikt voor het in stukken breken of losmaken van het grondoppervlak, het schoffelen van onkruid en het bedekken van gewassen met aarde