de smid zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ smɪt ] Verbuigingen: smeden (meerv.) iemand die als beroep metalen smeedt (1) Voorbeelden: 'edelsmid' , 'hoefsmid' Synoniemen: hoefsmid 
1) Technisch beroep 2) Ambacht 3) Ambachtsman 4) Vakman 5) Bewerker van metaal 6) Beroep 7) Metaalbewerker 8) Hoefsmid 9) Slotenmaker 10) Staalbewerker 11) IJzerbewerker 12) Op de school van de militaire inlichtingendienst 13) Handwerksman 14) Handwerker 15) Handswerkman 
ambachtsman die met een hamer en aambeeld gloeiend metaal, meestal ijzer, bewerkt om er bepaalde voorwerpen, bijvoorbeeld gereedschap en wapens, van te maken Ook: het beroep van smid iets wat alleen bekend is aan kenners of ingewijden
metaalbewerker
metaalbewerker (toon de herkomst via de etymologiebank)
Een 'smid' ('meervoud: smeden') is een ambachtsman die van metalen allerlei voorwerpen maakt. De smederij of smidse is de voor het smeden speciaal ingerichte werkplaats van de smid.
• [beroep] iemand die het gloeiend metaal bewerkt met de hamer op het aambeeld.
(rol) Smeden bewerken metaal door het te verhitten en te vormen. Zij maken gereedschap, beslag of constructieonderdelen in een smidse of werkplaats.
Een smid is iemand die verhit ijzer in de juiste vorm smeedt. [basiswoordenlijst groep 6]