snuffelen werkw. Uitspraak: [ ˈsnʏfələ(n) ] Afbreekpatroon: snuf·fe·len Vervoegingen: snuffelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gesnuffeld (volt.deelw.) 1) (van dieren) aandachtig ruiken Voorbeeld: 'De hond snuffelde aan mijn jas.' 2) rondkijken of je iets ziet wat je zou willen hebben Voorbeeld: 'snuf... Gevonden op https://woorden.org/woord/snuffelen
aandachtig de geur van iets opnemen vb: de poes snuffelt aan de dode muis Synoniem: snuiven nieuwsgierig rondkijken vb: mijnheer Vogel snuffelt graag in oude boeken Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/