de smokkel zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: smok·kel het smokkelen . Synoniemen: sluikhandel 2 definities
1) Belastingfraude 2) Clandestiene handel 3) Clandestiene invoer 4) Clandestiene uitvoer 5) Fraude 6) Illegale handel over de grens 7) Illegale import 8) Louche internationale onderneming 9) Misdrijf 10) Onwettig grensvervoer 11) Sluikerij 12) Sluikhandel 13) Smokkelarij 14) Verboden grenshandel 15) Verholen 1) Contrabande 2) Ongemerkt 3) Sluik 4) Sluikerij 5) Sluikhandel 6) Smokkelarij 7) Smokkelen 8) Verholen 
verboden in- en uitvoer van goederen die zijn onderworpen aan in- en uitvoerbeperkingen
motregen - Voorbeeld: ‘De regen viel gezapig, slijmerig fijn als smokkel en de wind werd kil als bij winteravond’
[slang] garo; nicotinestaaf; peuk; saffie; smokkel; snagga; tabaccafume = sigaret