I de spaak zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ spak ] Verbuigingen: spaken (meerv.) dunne metalen staaf van het midden van een wiel naar de buitenkant Voorbeeld: 'de spaken van je fiets' II spaak bijwoord Uitspraak: [ spak ] spaak lopen (verkeerd gaan) 'De onderhandelingen zijn spaak gelopen.' Synoniem: misgaan Spreekwoorden en zeg... Gevonden op https://woorden.org/woord/spaak
1) Deel van een fietswiel 2) Wielstaaf 3) Wielstaafje 4) Deel van een fiets 5) Wieldeel 6) Deel van een wiel 7) Spijl 8) Sport van een stoel 9) Verbindspijl tussen naaf en velg 10) Verbindingsstaaf 11) Wielspijltje 12) Staaf tussen de naaf en de velg 13) Staaf tussen naaf en velg 14) Rijwielonderdeel Gevonden op https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Spaak/1
[Onderdelen van een fiets] Op trek belast verbindingselement tussen naaf en velg. Voorzien van een einde met schroefdraad, om de lengte en daarmee de rondloop van het wiel te reguleren. Racewielen doen het met steeds minder spaken, touristen doen daar liever niet aan mee.
Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10854