de spaarder zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: spaar·der Verbuigingen: spaarders (meerv.) Verbuigingen: spaardertje (verkleinwoord) iemand met geld op een spaarrekening Voorbeeld: 'Dankzij het depositogarantiestelsel behielden kleine spaarders hun geld toen de bank failliet ging.' . Synoniemen: inbrenger inlegger 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/spaarder