de specerij zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ spesəˈrɛi ] Afbreekpatroon: spe·ce·rij Verbuigingen: specerijen (meerv.) deel van een (tropische) plant dat smaak en geur geeft aan eten Synoniemen: kruid kruiderij 
1) Uitheemse kruiderij 2) Smaakversterker 3) Kappertje 4) Foelie 5) Kardemom 6) Smaakmiddel 7) Piment 8) Smaakmaker 9) Gemberpoeder 10) Smaakstof 11) Toevoeging aan spijzen 12) Peper 13) Saffraan 14) Genotmiddel 15) Aromatische stof 16) Geurig kruid 17) Kruiderij 18) Aromatisch toevoegsel 19) Keukenkruid 
smaakgevende stof, kruid
plantaardige smaakstof (zoals peper, kruidnagel, nootmuskaat en foelie)
gedroogde en vaak gemalen delen van planten met sterke geur en smaak vb: kruidnagel, kaneel en komijn zijn specerijen
smaakgevende stof, kruid
Specerijen werden door de VOC meegenomen. De VOC betekent Verenigde Oost-Indische compagnie. Specerijen zijn delen van planten die lekker smaken of ruiken en werden uit Nederlands-Indië gehaald. [basiswoordenlijst groep 7]
Aromatische, plantaardige stof die in kleine hoeveelheid als smaak- of reukgevend toevoegsel bij spijzen en dranken gebruikt wordt