de speeltuin zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈspeltœyn ] Afbreekpatroon: speel·tuin Verbuigingen: speeltuinen (meerv.) stuk grond met groot speelgoed voor kinderen Voorbeeld: 'in de speeltuin van de glijbaan glijden en in een rek klimmen' 
1) Verzameling speeltoestellen 2) Vermaaksoord 3) Ontspanningsplaats 4) Uitspanning 5) Uitgaansgelegenheid 6) Speelplaats 7) Ruimte voor speeltoestellen 8) Ruimte met klimtoestellen 9) Speelweide 10) Speelgelegenheid 11) Kindervermaak 12) Recreatie 13) Omheinde speelplaats 14) Klein attractiepark 15) Kinderattractie 
plek met schommels of andere speeltoestellen vb: we gingen vroeger een keer in het jaar naar een grote speeltuin
Speeltuinen zijn, vaak omheinde, speelplekken in buitenlucht ingericht met speeltoestellen. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)Speeltuinen zijn, vaak omheinde, speelplekken in buitenlucht ingericht met speeltoestellen. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)