spurten werkw. Uitspraak: [ 'spʏrtə(n) ] Afbreekpatroon: spur·ten Vervoegingen: spurtte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is gespurt (volt.deelw.) kort heel hard rennen of fietsen Voorbeeld: 'naar de wc spurten als je diarree hebt' Synoniem: sprinten Synoniemen: sjezen 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/spurten