1) Baak 2) Houterig persoon 3) Houten paaltje 4) Spar 5) Klimstok 6) Pilaar 7) Roede 8) Stang 9) Spijltje 10) Steng 11) Stok 12) Roe 13) Stok voor bonen 14) Stuk hout 15) Iets dat lang en dun is 16) Paal 17) Rijs 18) Slegel 19) Tak 20) Pers 21) Lange dunne stok 22) Lange lat 23) Lang, dun mens 24) Lang mager persoon 
paal
Vlaams voor het Nederlandse woord ` paal`
dunne paal (toon de herkomst via de etymologiebank)
zie antoffel.
[Vergeten woorden] (bn.) stinkend [~ stinken]
paal
1> stevige houten paal, die in de bodem ingedreven wordt en die de schutting van de vissteek overeind moet houden. Genoemd in: Dr. Th. H. van Doorn, Terminologie van Riviervissers in Nederland. 2> enig andere stevige paal waaraan een fuik of ander visgerei vastgemaakt is.