
parel van de kleinste soort, te klein om gaatjes in te boren. Thans worden die wel voor ringen en `oplegwerk` gebruikt. In de zeventiende eeuw werden stampparels opgelost en dan als cardiacum, medicijn tegen hartzwakte, aangewend. Zie De Haan, Priangan III, blz. 406 [ook: parelgruis, parelzaad, zaadparel].
Gevonden op
http://resources.huygens.knaw.nl/vocglossarium/
Geen exacte overeenkomst gevonden.